Showcase

35.Tetrafonie

Tuesday, 12 December 2006

Voor de VPRO-radio mocht ik een jaar of 15 lang wekelijks een mini-programma maken. Dat heette eerst Vrije Geluiden en later Audio Archeologie. Een paar jaar geleden is het helaas opgeheven. Voor eventuele liefhebbers heb ik een paar ceedees gemaakt met hoogtepunten.
De presentator van die programmaas was Albert Ballentijn. Hij was eigenlijk technicus, maar als het programma al succes had dan was dat vooral te danken aan de presentaie van Albert. De opnames waren altijd feest, onder andere omdat Albert een geweldige verhalenverteller is. Tijdens een van de latere opname-sessies vertelde hij me dat hij ooit een idee had bedacht om realistich ruimtelijk geluid te creëren.
Zoals u weet is de laatste 40 jaar stereo de norm voor de weergave van muziek. Vergeleken met mono is stereo natuurlijk een enorme sprong voorwaarts geweest, maar vreemd genoeg is er daarna nooit echt meer iets op dit gebied veranderd. Ja, er is quadrafoni*e uitgevonden, en *sensurround, maar die technieken hebben de stereo als norm op geen enkele manier bedreigd. Bovendien bouwen al die technieken voort op dezelfde principes als waarop stereo is gebaseerd.
In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd en gedacht, is stereo geen ruimtelijk geluid. Stereo–geluid is twee-dimensionaal, en niet drie-dimensionaal. De manier waarop onze oren in het dagelijkse leven geluiden registreren is wél drie-dimensionaal. Er is een enorm verschil tussen realistisch geluid, zoals we dat horen met onze oren op de plek waar het gemaakt wordt, en de twee-dimensionale reproductie van een stereo-opname van dat geluid. Als stereo werkelijk realistisch zou zijn, zouden we geen enkel verschil moeten horen. Of, anders gezegd: bij een werkelijk realistische geluidsweergave zou een proefpersoon met z´n ogen dicht niet kunnen horen of hij naar een reproductie luistert of naar een live-uitvoering.
De techniek die Albert heeft bedacht om volledig realistische opnames te maken, heeft hij Tetrafonie genoemd. Het woord Tetrafonie is afgeleid van tetraëder, een viervlak bestaande uit gelijkzijdige driehoeken. Een Tetraëder is een piramide waarvan alle zijdes even lang zijn. Als u zich in gedachten een tetraëder voorstelt met in het midden vier microfoons, die naar de hoekpunten van de piramide zijn gericht, zou de rest van dit verhaal eigenlijk al duidelijk moeten zijn. Zo eenvoudig is Tetrafonie!
De vier microfoons registreren, evenals onze oren, het geluid uit alle richtingen, op een ruimtelijke manier. Door deze vier opnames vervolgens af te spelen over vier luidsprekers, die zijn opgehangen op de plek van de hoekpunten van onze denkbeeldige tetraëder, wordt niet alleen het oorspronkelijke geluid gereproduceerd, maar ook de manier waarop het klonk tijdens de opname.Anders gezegd: Tetrafonie registreert niet alleen het geluid maar ook de akoestiek, op een manier die volkomen realistisch is.
Als de apparatuur goed genoeg is, en dat is het bij tetrafonisch geluid al snel, dan zou volgens Albert een luisteraar met z´n ogen dicht een geluid horen dat werkelijk niet van echt is te onderscheiden. Tetrafonie geeft immers de exacte locatie van de geluidsbronnen weer. Stel dat we iemand opnemen die zingt. Vervolgens spelen we die opname tetrafonisch af voor iemand die geblinddoekt is. Deze persoon zal feillos kunnen aanwijzen waar de zanger tijdens de opname heeft gestaan. Hij kan zelfs om die plek heen lopen alsof de geluidsbron nog steeds aanwezig is, en geen enkel verschil horen met hoe het klonk tijdens de opname.
Nog sterker: als de luisteraar zijn hoofd op de plek houdt van de, bij weergave uiteraard afwezige, geluidsbron, zou hij diens stem in zijn eigen hoofd horen!
En zijn slechts enkel van de wonderlijke aspecten van de Tetrafonie, volgens Albert. Dat wil zeggen: als het werkt. Want het is nog nooit uitgetest. Ik had dat graag bij de VPRO willen doen, maar ik werd op dat moment helaas nét wegbezuinigd.
(111206)