Showcase

The Daltons

Thursday, 11 April 2019

Onlangs kreeg ik deze mail van Thom Roep:

“Ik wil je even vertellen dat ik genoot van je rubriekje in Stripnieuws. Je beschrijft een fenomeen dat bijna niemand kent of zich herinnert. Ik heb hier in kennissenkring zo vaak iets over verteld, maar nooit had iemand dit ooit gezien en sommigen konden het zich niet eens voorstellen.

Mijn vader was in 1947, vijf jaar voor mijn geboorte (1952), varende op een schip van de KNSM, om de verplichte militaire dienstplicht te ontlopen. In New Orleans bestond de mogelijkheid tot het opnemen van een 45-toeren plaatje al. (Ander kunststof, iets dunner dan de plastic exemplaren die wij later leerden kennen. Wel hetzelfde formaat) Aan de envelop, waarin keurig twee extra stukken karton gingen te zien, was er een extra service, namelijk de verzending. Mijn vader sprak een boodschap in voor zijn moeder (mijn latere oma dus), maar niemand had in haar omgeving een zogenaamde pick-up. Toen ik 12 jaar was vond ik dit plaatje.

Helaas bezat ik ook geen pick-up, maar ik bedacht (HELAAS) wat slims. We hadden een zware His Masters Voice 78 toeren grammofoon op zolder. Als ik nu met de hand de schijf langzaam zou draaien kon ik het plaatje horen. Je voelt hem al aankomen… de loodzware arm met scherpe naald er op en behalve het zinnetje: Doe de groeten aan Opoe… ging de rest verloren. Letterlijk zelfs, want het materiaal was niet bestand tegen zoveel naalddruk en armgewicht.

Twee jaar later (1966) had ik meer belangstelling voor ons zogenaamde bandje dan voor de dagelijkse lessen op school. The Daltons… Geformeerd door jongens die ik niet uitzocht op muzikale kwaliteiten, maar op lengte, want toen was Lucky Luke al heilig in mijn ogen.

We oefenden na schooltijd (drie van de vier bleven dat leerjaar zitten!) Drie gitaren (gewone, geen elektrische) en een soort Afrikaanse trommel in plaats van een heus drumstel. Wel eigen composities… ja ja! Ik heb volgens mij de met vulpen geschreven teksten tijdens de les op het lyceum nog ergens…)
Ja en toen ontdekte ik in de Kinkerstraat te Amsterdam (naast V&D) een ingang naar een ruimte waar men pasfoto’s èn een plaatje kon maken. Op een zaterdagmiddag op de fiets er heen. Je had in die tijd nog op zaterdag school tot circa 12 uur. (pas in leerjaar 1967-1968 afgeschaft) Drie man, nummer vier moest naar de Zeeverkenners, twee gitaren en het trommeltje. Een bandrecorder hadden we niet. Cassetterecorders bestonden nog net niet, dus het werd een live opname. Helaas was het opnamehok even klein als de pasfotoautomaat. Nog kleiner dan een telefooncel zowat. De zanger - ik dus - ging er gebukt in met de trom tussen de benen. Bandlid Fred wijdbeens met zijn gitaar kruislings op mijn rug. Gijs, de andere gitarist zo dicht mogelijk bij in de deuropening. Een gulden in de gleuf en daar gingen we.
‘With you smile- I see- Anything-

Of love- In your eyes - so blue- I love you - come back.

So I feel your lips again and burn my hearth again in fire-

Than I can say you’re my wife and I’m your man forever now…

Na 53 jaar ken ik het nog uit mijn hoofd. En daarna nog een keer! Hetzelfde ritueel, want Fred wilde natuurlijk ook een singletje, maar Gijs was blut dus die hoefde niet.

Thuis gekomen… wat een teleurstelling! Waarschijnlijk had ik gebukt gestaan met mijn kont tegen de gaatjes die de microfoon vormden. Van mijn stoere zang waren een paar neusklanken hoorbaar, maar de trommel deed het goed. Maar verder alsof er krakende vrachtauto’s langsreden en zoals Fred het formuleerde: Alsof het schijthuis borrelde. Jammer, maar helaas. Maar TOCH heb ik dus ooit een grammofoonplaat gemaakt en daar ben ik nog af en toe opschepperig over.
Hoesje gemaakt met Photoshop:

Comments:

Niels J. Masselink

2019-04-12 06:38:08

Fijn dat je dit wilde delen. Een mooi verhaal. Dat maakt dat je altijd terug komt naar je blog…al die onverwachte pareltjes die het leven aangenaam maken