Nostalgie
Wednesday, 11 September 2019
Ik bespeur in mezelf een groeiende neiging tot nostalgie. Dat heeft er alles mee te maken dat ik de samenleving steeds minder leuk vind. Mijn broer zei laatst “mijn wereld is al geweest” en dat voel ik ook zo.
Ik denk ook dat ik een gouden tijd heb meegemaakt. Eerst de welvaart van de na-oorlogse generaties, met de ontsluiting en ontdekking van zo’n beetje alles wat er aan cultuur bestond en daaroverheen nog eens het internet.
Maar de koek lijkt op. De eerste jaren van het internet waren geweldig. Alles wat ooit gemaakt is werd gedigitaliseerd en toegankelijk gemaakt. Maar een jaar of twee geleden bemerkte ik dat er relatief weinig spectaculairs bij kwam. Het zijn nu vooral zaken die op dit moment gemaakt worden die media als YouTube en FaceBook vullen. Er is vast nog een hoop verleden dat nog niet in kaart is gebracht, maar het beste hebben we gehad. Ik ben maar matig geïnteresseerd in wat overblijft en nog minder in wat er nu gemaakt wordt. Ik bedoel, mijn hele leven bestond uit het consumeren van het beste dat er ooit gemaakt is, ik ben totaal niet geïnteresseerd in actualiteit. Dat komt me voor als tijdverspilling. Wie weet nog wat er vorig jaar in de krant of in de hitparade stond?
Ik verveel me niet, er valt genoeg te lezen, luisteren en kijken. Maar het internet is voor mij allang niet meer de opwindende schatkamer die het ooit was. Dat komt ook doordat de algoritmes en de manier waarop Google en andere internetbedrijven werken. Het internet is niet meer wat het vijftien of tien jaar geleden was. Ik ga er ook geen tijd meer aan verspillen. Ik ben te oud om nog tijd te verspillen.
Maar die nostalgie komt niet alleen doordat ik uitgekeken ben op het internet en weinig affiniteit heb met de richting waar de samenleving heen lijkt te gaan. Het is waarschijnlijk gewoon de leeftijd. Ik verzet me er niet tegen, maar ik weet niet of ik zin heb om mijn nostalgische gedachten op dit blog te delen.
De aanleiding voor dit verhaal was dit verfstuk:
Ik vond het in een rommelwinkel. Ik herinner me dat in de jaren zeventig dit soort dingen een tijdje populair waren. Als je op de bodem van een doos papier iet rond draaien en er dan verf op liet druppelen kreeg je dit soort schilderijen. Ik was daar dor gefascineerd: je kreeg nooit twee keer hetzelfde, en soms was het resultaat spectaculair mooi zonder dat ik kon zegen waarom. Je hoeft geen Carl Jung te zijn om te begrijpen dat dit een metafoor voor het leven is.
Jan Turkenburg
2019-09-17 10:41:38
tja, ook ìk ontkom niet aan het mijn-wereld-is-al-geweest-gevoel. Toch is er nog steeds heel veel moois wat ik nog niet ontdekt heb. Er komt ook nog wel bij, hoor, maar het wordt idd overschreeuwd door de troep die de fb- en google-algoritmes uitspuwen. Het is teruggedrongen naar waar het vroeger was: ondergronds, in uithoeken en in krochten. Ik ontdek via wfmu dagelijks nog allerlei mooie en verrassende muziek waar ik nog nooit van gehoord had en ik vlucht erin, een oase waar je de onbegrijpelijke wereld om ons heen vergeet. Ik schaam mij niet om daar het grootste deel van mijn tijd door te brengen. Ik ben nog steeds blij met internet. Anders zou ik van dit alles verstoken zijn.