Tovermiddel
Saturday, 14 March 2015
De laatste weken ga ik op donderdagavond dansen in Pacific Parc.
Op vrijdag en zaterdag is het mij daar te druk. Op donderdag is het leeg, maar er wordt vaak heel goed gedraaid. Het probleem is dat het meestal heel leeg is: ik ben er om een uur of elf en dan is er niemand in de buurt van de dansvloer. Elders in de ruimte zitten wel mensen, maar die komen niet om te dansen. Soms heeft de deejay een groep mensen meegenomen of uitgenodigd; die staan dan dicht bij elkaar half te dansen met een glas in de hand aan de rand van de dansvloer. Dus wat moet je dan als dolende danser.
Als ik de muziek echt goed vind, kan het me tegenwoordig weinig meer schelen. Ik kom om te dansen en dat doe ik dan ook, desnoods in mijn eentje. Het gegniffel van enkele bezoekers trek ik me wel aan, maar ik vind dansen te leuk om me daar door te laten weerhouden. Met z’n tweeën is het natuurlijk een stuk makkelijker, maar ik wil dat toch liever niet. Ik ben graag alleen als ik dans, anders ga ik toch kletsen en op die ander letten. Maar ik dans liever wel te midden van andere dansers, ik bedoel niet dat ik graag inmijn eentje op een lege dansvloer sta.
Gisteren was dat wel het geval. Hanneman, de deejay, draaide de enen toffe plaat na de andere en ik had al een half uurtje zitten wachten tot het feest zou losbarsten, maar toen duidelijk was dat dit niet ging gebeuren, ben ik maar gewoon gaan dansen. Uiteindelijk kwam er een handvol mensen bij en werd het een heerlijke avond. Ik vertrok om half twee, en ik hoorde later dat er daarna toch nog aardig wat volk in de benen kwam.
Gisteren werd ik aangesproken door twee jongedames, die net als ik zat te wachten tot er gedanst werd. Pas toen ik een half uurtje solo stond te zwemmen, durfden ze ook de vloer op. Ik vond het prettig dat ze dit tegen me zeiden. Want er is toch altijd de vervelende gedachte dat ik mezelf en de deejay belachelijk sta te maken als ik in mijn eentje op een dansvloer sta. De afgelopen maanden heb ik dat talloze keren meegemaakt. Het duurt altijd heel lang voor mensen gaan dansen, en ik heb geen zin om lang te wachten als dat nergens voor nodig is. Ik ga uit om te dansen, dus hou sneller hoe liever. Toen ik twintig was, was het anders om als eerste op de vloer te gaan. Toen was ik een van de jongsten. Nu ben ik een van de oudsten. Maar dansen gaat niet over leeftijd, uiterlijk, versieren, drinken, indruk maken of wat dan ook. Ik besef heel goed dat uitgaan voor veel mensen wel om andere dingen dan dansen gaat, maar daar heb ik geen boodschap aan.
Ik heb al eerder geschreven dat ik niets op heb met de moderne gewoonte om te dansen met een glas in je hand. Of met je mobieltje. Laatst was ik op een feest waar het midden van de dansvloer werd ingenomen door een groep mensen die daar alleen maar stond te drinken en te kletsen. Er bleef amper ruimte over om te dansen en dat leverde aardig wat irritatie op, maar ook na twee keer vragen, bleef de groep gewoon staan. En voor de duidelijkheid: dit was geen punkfeest, het waren yuppen van rond de dertig.
Op de plekken waar ik uitga, wordt gedanst, anders zou ik er niet heengaan. Maar er zijn altijd maar een paar mensen die echt dansen. Daarmee bedoel ik dat iemand zich laat gaan, dat hij of zij in de muziek verdwijnt en niet alleen maar veilige en onzichtbare bewegingen maakt. Ik kijk graag naar filmpjes van Soul Train. Dat is misschien allemaal weer net wat te overdreven, maar toch: hier wordt gedanst!
Gisteren stond er iemand op de dansvloer die op een gegeven moment ook alle remmen losgooide. Dat is een genot om te zien. Als ik fotograaf was, zou ik daar een serie portretten van maken. Ik vind dat mensen op hun mooist. Muziek is een tovermiddel. En dansen is toelaten van de betovering. In mijn ideale wereld wordt heel veel gedanst.