Pacific Parc (2)
Monday, 16 February 2015
Gisteren een toffe middag gehad met Sjef Huurdeman in Pacific Parc. Van twee tot negen platen draaien voor een publiek dat niet voor jouw platenkeuze komt, is een stuk makkelijker met zijn tweeën. En voor mij is het voor een deel ook studie. Ik blijf gefascineerd door muziek, deejayen, dansen en uitgaan.
Toen ik aankwam, was Sjef er nog niet, dus ik heb alles vast klaar gezet. Vaak is het deejay eiland een rommel na zaterdagavond. Dit keer was het de limit: bij een van de pickups ontbrak de naald en een van de twee ceedeespelers ging niet open of dicht. Ik neem voor de zekerheid sowieso altijd minstens een eigen ceedeespeler mee.
Het personeel dat hier werkt zijn de aardigste en geduldigste mensen die ik in de horeca tegenkom. Dus wij krijgen koffie en er wordt wat geregeld. Ook de baas, Martijn, kijkt nergens meer van op. Hij zette een nieuw element op de pickup, en zegt “Pacific Parc, hè…”
De ceedeespeler is een nieuwe. Er stond eerst een frontlader, die de ceedees opslurpt zoals een autoceedeespeler. Deze nieuwe heeft laadbakjes, waar je de ceedees in moet leggen. De zaterdagavonddeejay had dat niet helemaal begrepen. Omdat het me dwarszat, heb ik geprobeerd te snappen wat er mis was en toen bleek dat er meerdere ceedees in de speler vastzaten. Alsof het een krokettenautomaat is, waar je extra munten in blijft goooien als je je kroket niet krijgt. Ik kreeg er twee ceedees uit, maar de derde zat buiten bereik van mijn vingers.
Tijdens het opruimen, vond ik een handvol ceedees tussen de stekkers en snoeren en onder de oude kleding die onder de apparatuur lag. God weet hoe lang die daar al liggen; ze zijn allemaal volkomen ondraaibaar. Behalve de ceedees die ik uit de speler heb gepeuterd:
Op de ene ceedee staan wat punk, surf en rock’n’roll nummers, op de andere recente Amerikaanse hiphop. Maar de ceedees slaan over, dus na een eenmalige beluistering heb ik ze weggegooid. Ik gebruik Shazam om titels van nummers te achterhalen die ik goed vind; dat is een geweldige uitvinding. Ik gebruik het ook op de dansvloer; ik maak een foto van de titel zonder te kijken en ga de volgende dag uitzoeken of het echt zo’n goed lied is als ik op dat moment dacht. Soms valt dat erg tegen. Dat is wat deejayen zo fascinerend maakt: iemand kan een plaat beter doen klinken door hem in een bepaalde context te draaien.
Zondag was hier overigens geen sprake van. Ik weet niet waar Sjef en ik mee bezig zijn, maar het lijkt op de muzikale equivalent van een ontdekkingsreis naar de binnenlanden van Afrika. Af en toe komt er iemnd op ons af om te vragen wat we draaien of om te laten weten dat het niet onopgemerkt is gebleven. Een enkele keer steekt iemand met een grijns zijn duim omhoog. Maar de meeste mensen zitten te praten, te eten en drinken of een spelletje te spelen en geven geen enkel blijk van registratie van muziek.
Een van de thema’s was psychedelische soul. Ik had mijn platenkast overhoop gehaald en de mooiste nummers op een ceedee gebrand.
Dat wilde ik al langer een keer doen. Het is niet echt mijn specialiteit. Veel psychedelische soul is matig tot slecht dansbaar. Als je er thuis met de koptelefoon naar luistert, klinkt het heel anders dan wanneer je het over speakers draait. Teveel instrumenten, te weinig gedefinieerde beat, te lange nummers, en vaak veel ontsporingen. Maar er zitten natuurlijk killer-nummers tussen, en ook liedjes die extreem dansbaar zijn. The Chambers Brothers bijvoorbeeld, en dan met name deze elpee:
Ik vind het leuk als de teksten ook ergens over gaan. Op de compilatie die ik ooit ga maken, zal dat ook zeker het geval zijn. Het liefst wordt het een danscompilatie met alleen maar nummers over pollution en revolution. Tips zijn meer dan welkom!