Showcase

Renesse

Wednesday, 1 July 2020

Ergens rond 1969 kochten mijn ouders een kartonnen vakantiehuisje op camping Julianahoeve in Renesse. Mijn vader komt uit Zeeland en we logeerden in de vakanties bij een oom en tante die in Zierikzee woonden. Maar waarschijnlijk vooral voor mijn broer en mij werd besloten tot de aanschaf van dit buitenverblijf. Het was een houten frame dat van buiten was betimmerd met hardboard. Het dak was een geel plastic zeil. Er was geen stromend water, geen toilet en geen electriciteit. Het was een paradijs waar ik alle zomers tussen mijn tiende en twintigste heb doorgebracht. De zee op tien minuten lopen, overdag voetballen, ‘s avonds volleyballen, een dorp met drie discotheken en twee snackbars, ik wens iedereen een jeugd toe zoals ik die daar heb gehad.
Ik denk er weinig aan, ik ben te vol van wat er gebeurt in mijn huidige leven. Daar is ook niks mis mee, maar het is een stuk minder zorgeloos dan ik mijn vakanties in Renesse herinner.
Onlangs kocht ik een grote partij anschtkaarten. Het ging me in eerste instantie om ruim tweehonderd kaarten met foto’s van Nederlandse molens (daarover een andere keer) maar er zaten ok een paar fraaie kaarten bij van Zeeland. Dat is de reden om die een keer te sorteren en op dit blog te zetten.
Dit is mijn favoriete kaart:

Voor u zal dit een slechte foto van een lelijke camping zijn maar voor mij is een van de foto’s die het dichtst in de buurt komt van mijn mooiste herinneringen aan Renesse in de jaren zeventig.
Ik heb over veel ansichtkaarten weinig te vertellen. Het zijn niet bepaald de fraaiste kaarten die er in Nederland zijn gemaakt. En mijn herinneringen kan ik u niet geven, dus u zult het er mee moeten doen.

Vanuit de camping waar ons paleis stond was het tien minuten fietsen naar Renesse. Dat was destijds weinig meer dan een lange straat met een kerkplein en een voetbalveld.
Zierikzee lag op een uur fietsafstand van Renesse, Burgh-Haamstede een half uur. Overal was niks te doen, geld had toen nog niemand, maar dat heb ik allebei nooit als een probleem ervaren.

Op de camping waren meer dan voldoende mensen van mijn leeftijd om de dag goed mee te vullen. Niet alleen uit alle provincies van Nederland, maar ook uit Belgie en Duitsland. Achteraf besef ik hoe belangrijk dat is geweest voor mijn ontwikkeling.

Na mijn twintigste ging ik niet meer naar de camping. Mijn ouders hebben het huisje nog wel een paar jaar aangehouden maar gingen er zelf ook steeds minder heen. Het huisje is bij mijn weten in de tien jaar dat ik het meemaakte
slechts één keer geschilderd en ook het plastic zeil is één keer vervangen. Hoe zo’n gammel bouwsel is blijven staan zo dicht bij de zee is me een compleet raadsel. Mijn vader heeft het zelfs weten door te verkopen toen hij de camping niet meer wilde bezoeken.
Gabi, mijn partner, heeft ook een groot deel van haar jeugd op dezelfde camping doorgebracht. Ik wist van haar bestaan maar ze zat niet in dezelfde vriendenkring. Ik heb haar pas jaren later leren kennen. We zijn samen nog meerdere keren naar Schouwen-Duiveland gegaan. Mijn lievelingstante woonde nog steeds in Zierikzee en als we daar op bezoek gingen gingen we ook altijd even naar Renesse. Maar op een gegeven moment konden we de oprukkende lelijkheid niet meer verdragen en zijn er niet meer geweest. Niet dat Renesse ooit mooi is geweest, maar pas als je herinneringen niet meer kunt terugzien valt op hoe lelijk zo’n plek is. Alle familie was inmiddels ook overleden. Zo gaat dat.

Comments:

Roland Vonk

2020-07-10 20:47:11

‘You don’t know what you got till it’s gone …’