JJG (2)
Friday, 18 November 2011
Gisteren is mijn vader begraven. Mijn broer en ik hebben geprobeerd alles zoveel mogelijk in de geest van mijn vader te laten verlopen. Dat betekende veel eten voor alle gasten, geen overbodige poespas en vooral geen zelfmedelijden. Het was een geslaagde dag, met als enig minpunt dat mijn vader het niet zelf kon meemaken.
De doos met familiefoto’s staat nog steeds op mijn bureau. Ik heb niet veel foto’s, er waren geen fotografen in de familie. Ik heb wel mijn best gedaan om de foto’s te bemachtigen die in het bezit waren van andere familieleden. Maar nu bijna iedereen dood, is wordt het lastig om te achterhalen wie en wat er op de foto’s staat. Er zitten aardig wat foto’s in de doos zoals deze:
De man links op de foto is mijn opa van moeders kant, en dit waren waarschijnlijk zijn kroegvrienden. Er is maar één foto van mijn opa in het café, wat een vertekend beeld geeft van de tijd die hij daar heeft doorgebracht.
Hier zijn mijn vader en moeder tijdens hun jaarlijkse uitstapje met een oom en tante. Die oom, naar wie mijn vader is vernoemd, was ook een zware drinker, maar tijdens deze uitstapjes liet hij de drank staan. Mijn ouders waren trouwens geen drinkers. Ik schat dat dit in 1962 is:
Hoewel ik gefascineerd ben door oude foto’s, vind ik soms moeilijk om naar oude foto’s van mijn eigen familie te kijken. Ik zie immers ook de ellende die op de foto’s niet te zien is. Met name foto’s uit de jaren zeventig, waar er gelukkig maar een handvol van zijn, kan ik niet loszien van de onprettige herinneringen die ik aan die periode heb. Vooral niet als ik er zelf op sta. Deze foto moet van 1974 of 1975 zijn.
Maar soms vallen al die bijgedachten weg en zie ik ineens gewoon wat er werkelijk, puur visueel bedoel ik, op de foto te zien is. Mijn vader en moeder zijn dan ineens een aantrekkelijke mensen, ons gezin is een gelukkig gezinnetje, en wat me ook steeds meer opvalt, is dat we goed gekleed waren.
Nu ik zelf kinderen heb, weet ik hoe belangrijk het is om je kinderen in mooie kleren te zien. Mijn ouders deden altijd hun best om te zorgen dat mijn broer en ik de kleren kregen die we wilden. En wij waren behoorlijk veeleisend. Dat mijn vader een goed geklede man was, besefte ik pas een paar jaar geleden, toen hij door zijn handicap niet meer in staat was om zelf zijn kleding te kopen. Het kwam er niet altijd van om de man goed in de kleren te houden; er waren ook andere mensen die zich daar mee bemoeiden, zijn maten veranderden per maand (hij kon binnen twee maanden van 50 kilo naar 80 gaan, of andersom) en er waren vaak zoveel andere dingen die aandacht vroegen. Maar als u nog een vader of een moeder hebt en u heeft er de kans voor: zorg dat ze onder alle omstandigheden goed in de kleren zitten. Toen ik mijn vader gisteren in zijn kist zag liggen, was één van mijn gedachten dat ik blij was dat we vorige maand nog een nieuwe bril voor hem hebben laten maken.